Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En allen, die in den raad zaten, de ogen op hem houdende, zagen zijn aangezicht [39]als het aangezicht eens engels. 39. Dat is, blinkende, of stralen van zich gevende. Want met zodanige aangezichten plachten de engelen te verschijnen; Matth.28:3.